zaterdag 29 mei 2010

Water- en oeverplanten.

Allerlei water- en oeverplanten bij de sloot. Ik denk dat dit wilde waterkers is. Hopelijk gaat het bloeien en dan weet ik het zeker. Wilde waterkers doet het alleen bij heel schoon water. Hiep hoera. het gaat goed met mijn slootje.



Een paar blaadjes waterweegbree steken hun bladeren uit boven de waterspiegel.


Deze plant kan ik nog niet vinden. Lelies hebben allemaal een inkeping en dit blad is rond. Geen idee wat het is! Ik vind het wel erg mooi.

Hier zie je het totaalplaatsje van het stukje sloot. Eendenkroos en riet in overvloed.




Vlieg determineert zichzelf!

Wat een schatje! En zo behulpzaam. Hij (de oogjes raken elkaar bijna, dan is het een jongetje) dacht eerst dat hij een blauwe vleesvlieg was.




Ehm...nope. Zoek nog even verder.


Nee, ook geen dansmug. We kwamen er niet uit, hij stond niet in het boekje. Ik heb thuis op internet gezocht en ontdekt dat hij een tuingitje is. Oorspronkelijk bergbewoner en nog niet zo lang in Nederland als ik de Trouw mag geloven.

Verder zagen wij nog een grote kruisspin die zich naast zijn web had verstopt onder een blad. Geen gekke plaats voor een web getuige de honderden kleine mugjes die boven het pad zweefde. Altijd spannend om dan te lachen.

We vonden een spuugbeestje.


En kwamen een kraamwebspin tegen, die zich niet verstopt zoals de kruisspin maar middenin haar web zit te wachten op haar maaltijd.







Een lieveheersbeestje en een overreden kikker.


En twee groene vleesvliegen.


vrijdag 28 mei 2010

Fluitenkruid tot in de hemel.

Stageweek afgelopen en bij het ophalen van dochter bij opa en oma meteen maar even voor mijn blog op pad. Geen straf met dit weer, we hebben lekker rondgestruind.





De berm langs het meer is erg veranderd in deze korte tijd. Gele lis zie je nu overal.



Smeerwortel staat aan de kant van de weg.


Op het landje lopen inmiddels geiten rond. Geiten eten distels! Nou ja niet heel erg raar, als je knopen lust, lust je alles.

Er was ook een knobbelzwaan die ons nauwlettend in de gaten hield. We zijn niet gaan kijken om haar niet te storen. Misschien is er een nest het zou zomaar kunnen. Hopelijk zien wij dat over een paar weken.

Wat trouwens heel apart was was de kleine snoek die in een inham naast het meer doodstil in het water lag. Volgens de palingvisser zoeken die in deze tijd laag water op om hun eieren af te zetten. Ze laten ze los in het water en met de golven komen ze tegen een kant of waterplanten aan waar zij zich ontwikkelen. We hebben een tijdje naar de snoek gekeken, maar er geen foto van genomen jammer genoeg. Het water is nog steeds enorm helder momenteel dus je kan er ook bij gewoon licht tot op de bodem inkijken. Ik zal de volgende keer eens waterplanten nemen om naar te kijken.

vrijdag 21 mei 2010

Paardenbloemen, koud en warm.

Paardenbloemen staan op een kluitje te kleumen als zij het koud hebben.


Brrrrrr........

Maar als de zon weer lekker gaat schijnen, gaan niet alleen de bloemen open. De hele bos spreidt zich uit!...

De eerste foto is genomen bij nat en koud weer, de tweede nu het lekker is opgeknapt. Wat een verschil.

woensdag 19 mei 2010

Dieren zoeken

Eindelijk na twee druilerige weken breekt de zon door. Deze keer wilden we (mijn dochter en ik) in ieder geval 5 dieren vinden. We hebben gezocht naar kikkerdril in het slootje maar niet gevonden. Het is er al wel in de Veen, alleen in dit slootje hebben we het nog niet gezien. We hebben een emmer water genomen en deze eens goed bekeken. Een bootsmannetje, een paar muggenlarven en vooral heel veel watervlooien. Zij staan momenteel bij ons op de tuintafel in een kom.

De look zonder look heeft inderdaad een lichte uiengeur als je de blaadjes fijnwrijft.

Ik las op internet dat de aanwezigheid van een schaatsertje betekent dat het water redelijk van kwaliteit is en de oppervlaktespanning blijkbaar in orde is wat bij erg vervuild water vaak niet het geval is.

We hebben naast een een grote harige hommel gesignaleerd. Een hele andere dan van het nest wat wij in de tuin hebben. Dit leek wel een knuffeldiertje zo pluizig was hij. Het is niet bepaald eenvoudig een hommel op de foto te krijgen. Ze willen niet erg stil zitten :) Het is dus een zoekplaatje geworden.


Het blijkt hier te gaan om een akkerhommel. Een vrouwtje om precies te zijn. De hommel was bruingeel behaard op het borststuk (akkerhommel) en had geen witte streep (dus vrouwtje). Je kan ze aaien (als ze blijven zitten) want akkerhommels zijn vriendelijke dieren en steken bijna nooit.

zaterdag 1 mei 2010

De Elzenkoning



Wij hebben gisteren natuurlijk nog wel meer soorten gezien maar aangezien ik er vijf per keer moet melden ga ik ons kruit (in dit geval kruid :) niet verschieten. Aan de andere kant gaat het dus om 25 plantensoorten vinden en 25 diersoorten. Als wij die vinden is het toch ook goed lijkt mij. Dus we gaan het een beetje anders doen en ik schrijf gewoon op wat ik vind en tegen het eind zal de score dus misschien iets lager zijn, maar door foto's te nemen is het wel leuk de veranderingen ook per soort te zien.

Er zijn twee planten die we snel nog eens moeten gaan bekijken. In bijna iedere berm bij ons zie je enorm veel gele bloemen. Gisteren stonden er natuurlijk ook een paar. Naar ik dacht is dat koolzaad. Nu met deze opdracht, ben ik wat gaan neuzen op internet en vond een interessant stukje over het verschil tussen koolzaad en raapzaad. Deze zijn nogal moeilijk uit elkaar te houden.

Hier een tabel met de verschillen;
Bij het nakijken van de foto's zag ik dat de bloemknoppen onder de bloemen bevinden en dat de bovenste stengelbladeren geheel omvattend lijken te zijn. Dan gaat het hier dus om raapzaad en niet om koolzaad.

Daarbij was er nog een plant die ik niet kende en die ik nu heb kunnen determineren. Het is look-zonder-look.



Het behoort net als koolzaad tot de kruisbloemenfamilie.

Als je het blad van look-zonde-look fijnwrijft komt een knoflookachtige geur vrij, vandaar de naam. Dit gaan we natuurlijk de volgende keer uitproberen! Hij groeit graag langs beken en houdt van voedselrijke grond.

Er staat een zwarte els die aan het uitlopen is. Elzenwortels kunnen goed tegen natte voeten. Voor de verspreiding van de els is water belangrijk. Zij hebben dobberzaad. De zaden kiemen onder zeer natte omstandigheden en dobberen door een klein luchtbelletjes in het zaadje naar een andere plaats aan de waterkant om een nieuwe els te worden. De naam Alnus (geslachtsnaam) is afgeleid van het oud-Latijn alor amme, wat ik word verzorgd door de stroom betekend. Mooi!


Omdat het hout van de els na het kappen oranjerood kleurt wat aan bloed doet denken, ontstond in Duitsland het geloof dat in elzen een kwade geest huisde. Goethe heeft hier een gedicht over geschreven, de Elzenkoning.

De els is goed voor de bodem en zelfs het waterecosysteem. De els leeft in symbiose met de Francia-bacterie die in de knolletjes bij de wortels leeft. Deze bacterie zorgt voor binding van stikstof uit de lucht en de vorming van nitraat. De els gebruikt de nitraat en kan hierdoor op stikstofarme grond groeien. Op zijn beurt voorziet de els de Frankia-bacterie van koolstof, die deze bacterie nodig heeft voor de fotosynthese.

Via het vallende blad komt de stikstof weer in de bodem terecht, waar andere planten en via hen ook dieren ervan kunnen profiteren.