woensdag 23 juni 2010

Laatste bericht voor de opdracht

Welkom op mijn blog!

Voor mij is het meteen de laatste blog voor deze opdracht. Wat was het leuk om te zoeken en speuren! Mijn dochter en ik hebben er allebei van genoten. Er is nog heel veel te ontdekken en we houden er dan ook zeker niet mee op. Want het gebiedje zien veranderen is erg leuk en leerzaam voor ons allebei.

Nog een paar plaatjes ter afsluiting. Het slootje ziet er inmiddels zo uit. Zoals je een beetje kan zien is het stukje land gekortwiekt.


Het witte bloeiende waterplantje, waarvan ik al dacht dat het waterkers was, is dus witte waterkers. Ik heb nog een betere foto van de bloemetjes.




Het is jammer dat er gemaait is, want ik zag op internet foto's van kale jonkers die verdacht veel lijken op de distels die ik eerder heb gefotografeerd. Ik dacht dat de geiten ze hadden kaalgegeten, maar ik denk nu dat het kale jonkers waren, heel hoog en inderdaad kale stengels. Dan hebben we er dus nog een soort bij :) want gewone distels staan er ook. Nu er gemaait is steken madeliefjes wel ineens hun kopjes op.

Verder zou je ze bijna vergeten omdat er zoveel van zijn bij het meer en dat zijn de aalscholvers. Jan de palingboer is er niet echt dol op, maar ze zijn er in overvloed. Ze doen me altijd denken aan kinderen die aan het oefenen zijn voor hun a-diploma. Ze verzuipen nog net niet en zwemmen wel degelijk, maar zij liggen veel te diep in het water. Grote zwarte zonne-aanbidders, met hun vleugels wijd gespreid op een boei in het water om op te drogen.


Ik denk dat dit een plant is uit de nachtschadefamilie en dus giftig. Het is bitterzoet, paarse bloemetjes met knalgele puntige hartjes. Ik heb het nooit eerder gezien en dus wel een leuke ontdekking.

Verder gezien maar niet gefotografeerd. Perzikkruid, een lief klein plantje. De haagwinde rukt al aardig op (die houdt van natte grond) en slingert zich overal omheen. Het staat nog niet in bloei jammer genoeg, dus geen foto gemaakt.

Voor planten heb ik de 25 soorten wel makkelijk gehaald. De dieren vond ik moeilijker en gek genoeg ook minder leuk. Dat ligt deels aan mijn camera. We hebben flink gespeurd maar het is moeilijk te fotograferen met een simpel klikklakcameraatje als ik heb en dat maakt het minder leuk en minder makkelijk onbekende soorten te determineren. Ook had ik eerst een te klein stukje land gekozen. Toen zijn we wat uitgebreid met de berm bij het meer en een stukje uitloop van het meer zelf erbij wat naast het landje lag.

Ik heb ze al eerder gefotografeerd maar nu komen de gele knoppen tevoorschijn, mooi!




In het meer zwemmen futen, nijlganzen, sterntjes, meeuwen, eenden en als je mazzel hebt zwemt er aan het eind van de dag wel eens een rat voorbij. Maar in dat kleine slootje en stukje weide vond ik het aantal dieren toch minder dan ik dacht.

In mijn tuin gebeurd meer qua insecten. Daar is momenteel alleen al in de appelboom een interessante happening bezig met luizen en lieveheerstbeestjes, spintmot(rupsen) en rode soldaatjes. Ik spuit nooit gif dus er gebeurd van alles en de boom vind het hopelijk niet al te vervelend.

Ik vond het een hele leuke opdracht om te doen.
Vandaag voor het laatst naar mijn landje voor de opdracht.

Wat een treurigheid, er was gemaait en de geiten waren weg. De bermen waren ook deels gemaait. Toch wel weer veel nieuwe dingen gezien. Veel planten hebben nu zaad gevormd. Bijvoorbeeld het kleefkruid heeft nu kleefbolletjes. Plakken als de beste!

Er was nu witte klaver en niet alleen meer rode. Er stonden madeliefjes en zelfs vergeet-mij-nietjes. Er vlogen bijen en akkerhommels af en aan en ik zag twee vlinders. Ik heb het net even opgezocht en het zijn kleine vosjes, van die mooie rood/zwarte vlinders.

Het water in het kleine slootje is volledig dichtgegroeit met eendenkroos. Een van de waterplantjes heeft kleine witte bloemen gekregen.

Het water bij het meer is nog steeds erg helder! We zagen kleine visjes zwemmen en mijn dochter wilde natuurlijk meteen gaan vissen. In een ouwe boot van Jan de palingboer mocht zij met een net proberen de visjes te vangen. Voor haar is de opdracht natuurlandje een feestje geweest. Lekker speuren naar diertjes en plantjes, ook in de klas zou je dat moeten doen getuige mijn project over kriebelbeestjes is de kleuterklas. Kinderen houden van zoeken. Als je alles dan ook nog op foto zet (voor zover dat lukt) en zorgt dat iedereen het kan inkijken heb je de basis voor een heel leuk project.

Drie stekelbaarsjes met maatje gup, zijn er gevangen en onder gezang van Queen Bohemian Rapsody (goodbey everybody, you've got to) en gezwaai weer vrijgelaten.

Morgen het staartje bloggen. Nog twee dieren en drie planten. Ik wilde eigenlijk nog grassen gaan determineren maar dat gaat niet meer lukken. Ik heb er een paar meegenomen die ik morgen nog wel even ga bekijken.


Er waren wederom weer heel veel spuugbeestjes zoals ik dat altijd noem, maar wat op de website van Naturalis zo mooi schuimcicade wordt genoemd.

zaterdag 19 juni 2010

Even geen foto's nu, de camera was niet mee.

Wij hebben in het water de larve van een kokerjuffer gevonden. Een grappig beestje in een soort takje. Verder vonden we een duikerwants.

Er zijn heel veel spuugbeestjes momenteel en spinnennesten, van die hele kleine geel/zwarte spinnetjes. Ook vloog er een reiger voorbij richting de palingboer.

Morgen nog even terug om foto's te maken van hoe het er nu uitziet.

zaterdag 29 mei 2010

Water- en oeverplanten.

Allerlei water- en oeverplanten bij de sloot. Ik denk dat dit wilde waterkers is. Hopelijk gaat het bloeien en dan weet ik het zeker. Wilde waterkers doet het alleen bij heel schoon water. Hiep hoera. het gaat goed met mijn slootje.



Een paar blaadjes waterweegbree steken hun bladeren uit boven de waterspiegel.


Deze plant kan ik nog niet vinden. Lelies hebben allemaal een inkeping en dit blad is rond. Geen idee wat het is! Ik vind het wel erg mooi.

Hier zie je het totaalplaatsje van het stukje sloot. Eendenkroos en riet in overvloed.




Vlieg determineert zichzelf!

Wat een schatje! En zo behulpzaam. Hij (de oogjes raken elkaar bijna, dan is het een jongetje) dacht eerst dat hij een blauwe vleesvlieg was.




Ehm...nope. Zoek nog even verder.


Nee, ook geen dansmug. We kwamen er niet uit, hij stond niet in het boekje. Ik heb thuis op internet gezocht en ontdekt dat hij een tuingitje is. Oorspronkelijk bergbewoner en nog niet zo lang in Nederland als ik de Trouw mag geloven.

Verder zagen wij nog een grote kruisspin die zich naast zijn web had verstopt onder een blad. Geen gekke plaats voor een web getuige de honderden kleine mugjes die boven het pad zweefde. Altijd spannend om dan te lachen.

We vonden een spuugbeestje.


En kwamen een kraamwebspin tegen, die zich niet verstopt zoals de kruisspin maar middenin haar web zit te wachten op haar maaltijd.







Een lieveheersbeestje en een overreden kikker.


En twee groene vleesvliegen.


vrijdag 28 mei 2010

Fluitenkruid tot in de hemel.

Stageweek afgelopen en bij het ophalen van dochter bij opa en oma meteen maar even voor mijn blog op pad. Geen straf met dit weer, we hebben lekker rondgestruind.





De berm langs het meer is erg veranderd in deze korte tijd. Gele lis zie je nu overal.



Smeerwortel staat aan de kant van de weg.


Op het landje lopen inmiddels geiten rond. Geiten eten distels! Nou ja niet heel erg raar, als je knopen lust, lust je alles.

Er was ook een knobbelzwaan die ons nauwlettend in de gaten hield. We zijn niet gaan kijken om haar niet te storen. Misschien is er een nest het zou zomaar kunnen. Hopelijk zien wij dat over een paar weken.

Wat trouwens heel apart was was de kleine snoek die in een inham naast het meer doodstil in het water lag. Volgens de palingvisser zoeken die in deze tijd laag water op om hun eieren af te zetten. Ze laten ze los in het water en met de golven komen ze tegen een kant of waterplanten aan waar zij zich ontwikkelen. We hebben een tijdje naar de snoek gekeken, maar er geen foto van genomen jammer genoeg. Het water is nog steeds enorm helder momenteel dus je kan er ook bij gewoon licht tot op de bodem inkijken. Ik zal de volgende keer eens waterplanten nemen om naar te kijken.

vrijdag 21 mei 2010

Paardenbloemen, koud en warm.

Paardenbloemen staan op een kluitje te kleumen als zij het koud hebben.


Brrrrrr........

Maar als de zon weer lekker gaat schijnen, gaan niet alleen de bloemen open. De hele bos spreidt zich uit!...

De eerste foto is genomen bij nat en koud weer, de tweede nu het lekker is opgeknapt. Wat een verschil.

woensdag 19 mei 2010

Dieren zoeken

Eindelijk na twee druilerige weken breekt de zon door. Deze keer wilden we (mijn dochter en ik) in ieder geval 5 dieren vinden. We hebben gezocht naar kikkerdril in het slootje maar niet gevonden. Het is er al wel in de Veen, alleen in dit slootje hebben we het nog niet gezien. We hebben een emmer water genomen en deze eens goed bekeken. Een bootsmannetje, een paar muggenlarven en vooral heel veel watervlooien. Zij staan momenteel bij ons op de tuintafel in een kom.

De look zonder look heeft inderdaad een lichte uiengeur als je de blaadjes fijnwrijft.

Ik las op internet dat de aanwezigheid van een schaatsertje betekent dat het water redelijk van kwaliteit is en de oppervlaktespanning blijkbaar in orde is wat bij erg vervuild water vaak niet het geval is.

We hebben naast een een grote harige hommel gesignaleerd. Een hele andere dan van het nest wat wij in de tuin hebben. Dit leek wel een knuffeldiertje zo pluizig was hij. Het is niet bepaald eenvoudig een hommel op de foto te krijgen. Ze willen niet erg stil zitten :) Het is dus een zoekplaatje geworden.


Het blijkt hier te gaan om een akkerhommel. Een vrouwtje om precies te zijn. De hommel was bruingeel behaard op het borststuk (akkerhommel) en had geen witte streep (dus vrouwtje). Je kan ze aaien (als ze blijven zitten) want akkerhommels zijn vriendelijke dieren en steken bijna nooit.

zaterdag 1 mei 2010

De Elzenkoning



Wij hebben gisteren natuurlijk nog wel meer soorten gezien maar aangezien ik er vijf per keer moet melden ga ik ons kruit (in dit geval kruid :) niet verschieten. Aan de andere kant gaat het dus om 25 plantensoorten vinden en 25 diersoorten. Als wij die vinden is het toch ook goed lijkt mij. Dus we gaan het een beetje anders doen en ik schrijf gewoon op wat ik vind en tegen het eind zal de score dus misschien iets lager zijn, maar door foto's te nemen is het wel leuk de veranderingen ook per soort te zien.

Er zijn twee planten die we snel nog eens moeten gaan bekijken. In bijna iedere berm bij ons zie je enorm veel gele bloemen. Gisteren stonden er natuurlijk ook een paar. Naar ik dacht is dat koolzaad. Nu met deze opdracht, ben ik wat gaan neuzen op internet en vond een interessant stukje over het verschil tussen koolzaad en raapzaad. Deze zijn nogal moeilijk uit elkaar te houden.

Hier een tabel met de verschillen;
Bij het nakijken van de foto's zag ik dat de bloemknoppen onder de bloemen bevinden en dat de bovenste stengelbladeren geheel omvattend lijken te zijn. Dan gaat het hier dus om raapzaad en niet om koolzaad.

Daarbij was er nog een plant die ik niet kende en die ik nu heb kunnen determineren. Het is look-zonder-look.



Het behoort net als koolzaad tot de kruisbloemenfamilie.

Als je het blad van look-zonde-look fijnwrijft komt een knoflookachtige geur vrij, vandaar de naam. Dit gaan we natuurlijk de volgende keer uitproberen! Hij groeit graag langs beken en houdt van voedselrijke grond.

Er staat een zwarte els die aan het uitlopen is. Elzenwortels kunnen goed tegen natte voeten. Voor de verspreiding van de els is water belangrijk. Zij hebben dobberzaad. De zaden kiemen onder zeer natte omstandigheden en dobberen door een klein luchtbelletjes in het zaadje naar een andere plaats aan de waterkant om een nieuwe els te worden. De naam Alnus (geslachtsnaam) is afgeleid van het oud-Latijn alor amme, wat ik word verzorgd door de stroom betekend. Mooi!


Omdat het hout van de els na het kappen oranjerood kleurt wat aan bloed doet denken, ontstond in Duitsland het geloof dat in elzen een kwade geest huisde. Goethe heeft hier een gedicht over geschreven, de Elzenkoning.

De els is goed voor de bodem en zelfs het waterecosysteem. De els leeft in symbiose met de Francia-bacterie die in de knolletjes bij de wortels leeft. Deze bacterie zorgt voor binding van stikstof uit de lucht en de vorming van nitraat. De els gebruikt de nitraat en kan hierdoor op stikstofarme grond groeien. Op zijn beurt voorziet de els de Frankia-bacterie van koolstof, die deze bacterie nodig heeft voor de fotosynthese.

Via het vallende blad komt de stikstof weer in de bodem terecht, waar andere planten en via hen ook dieren ervan kunnen profiteren.

vrijdag 30 april 2010

Weinig dieren, veel planten.



Vandaag ben ik voor het eerst met mijn dochter naar het stukje land gegaan wat ik heb gekozen voor de opdracht natuuronderwijs.

Het landje ligt 10 meter naast de Brasemermeer. Het bestaat eigenlijk uit een verwilderde berm, een sloot waar je overheen kan door over een krakkemikkig bruggetje te lopen en een stuk weiland waar op het moment niets mee gebeurd. Vorige jaar liepen er schapen op. Er wordt niets aan het stukje land gedaan en alles kan er lekker groeien en bloeien.

Het regende licht en het was niet erg warm. We hebben goed gezocht naar alle soorten planten en dieren maar van de laatste hebben we niet veel gezien.



Wat kan gras toch mooi zijn. Hier volgen nog wat foto's



Dit is een foto van de witte dovenetel. De naam dovenetel komt van de oude betekenis doof/niet werkend. De bladeren en stengels lijken op die van de brandnetel, maar hebben geen netels met mierenzuur. Dovenetels groeien in dezelfde stikstofrijke, niet te droge omgeving als brandnetels, bijvoorbeeld in bermen en bosranden. Dat blijkt want er staan ook veel brandnetels. Op de volgende foto zie je hondsdraf (paarse bloemen), brandnetel links en weegbree op de achtergrond.



Ik leerde vroeger dat als je je prikte aan een brandnetel je er hondsdraf of weegbree op moest smeren. Probleem en remedie hier dus op een foto. Ik zou zweren dat het hielp en ik deed het altijd.

Op wikipedia staat dat het gebruik van deze planten ongeveer hetzelfde doet als azijn als je gestoken bent. Azijn lost de kalkachtige naaldjes van de brandnetel die in je huid zijn afgebroken op waarna er makkelijker vocht (wat het mierenzuur zal verdunnen) bij kan komen en je minder last krijgt. Hoe hondsdraf kalknaaldje op zou kunnen lossen heb ik niet kunnen vinden. Dan zou je eerder een plant als zuring verwachten. Proeven dus de volgende keer want ook hondsdraf is eetbaar, zou het zurig smaken? Ik zou het trouwens wel jammer vinden als het niet waar zou blijken te zijn. Ieder kind voelt zich een absolute natuurmens als ie zijn vriendje kan adviseren om hondsdraf op een pijnlijke plek te smeren.

Trouwens als ouder is het ook fijn je huilende kind te kunnen troosten en afleiden met het zoeken naar het plantje met die mooie paarse bloemetjes. Tegen de tijd dat je het gevonden hebt en erop gesmeerd, verdraaid, helpt het :) Wij smeren in ieder geval vrolijk door.


Brandneteltoppen kan je opeten en je kan van brandnetel thee trekken. Het schijnt bloedzuiverend te zijn en je nieren te activeren. Erg lekker vinden wij het niet. Dit is zuring.


Verder vonden we kleefkruid, klaverblad, zwarte mieren, een kraamwebspin die zich verstopte en een schaatsenrijdertje.



We hoorden geen dieren.